Onvrijwillige zorg
Onvrijwillige zorg
Wanneer je als wijkverpleegkundige thuis komt bij mensen met dementie, kan je te maken krijgen met de inzet van interventies die mogelijk de vrijheid van de cliënt kunnen beperken. Dit betreffen interventies zoals het op slot draaien van deuren (insluiting), het gebruik van een medicatiekluisje of het verstoppen van medicatie in appelmoes.
Onvrijwillige zorg kan alleen ingezet worden, indien er risico is op ernstig nadeel voor de client. Hierin is het een belangrijke afweging of de onvrijwillige zorg in verhouding staat tot het (verwachte) ernstig nadeel.
Wanneer de cliënt (of diens mantelzorger/vertegenwoordiger bij wilsonbekwaamheid) niet instemt met de interventie, is er sprake van onvrijwillige zorg. Onvrijwillige zorg valt onder de Wet zorg en dwang (Wzd). De Wet zorg en dwang regelt de rechten bij onvrijwillige zorg of onvrijwillige opname van mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie).
Voordat er wordt overgegaan op een interventie die mogelijk de vrijheid beperkt, dient er gezocht te worden naar alternatieven. Hierbij kan gedacht worden aan bijvoorbeeld een medicijndispenser als de cliënt moeite krijgt met overzicht in medicatie. Meer alternatieven zijn te vinden in de Alternatievenbundel, uitgebracht door Vilans.
Bij het verlenen van onvrijwillige zorg dient er gebruikt gemaakt te worden van het Wzd-stappenplan. Dit stappenplan regelt de stappen die gezet moeten worden bij de beoordeling of onvrijwillige zorg noodzakelijk is. Ook staat in het stappenplan welke disciplines betrokken moeten worden bij deze beoordeling. Wanneer er na dit overleg (MDO) akkoord wordt gegeven voor onvrijwillige zorg moet dit opgenomen worden in het zorgplan. Een interventie voor onvrijwillige zorg kan altijd maar tijdelijk worden opgenomen in het zorgplan; na afloop is een evaluatie verplicht.
Voordat een interventie (onvrijwillig) ingezet kan worden moeten de volgende stappen doorlopen worden:
Bespreking in een multidisciplinair overleg(MDO): als alternatieven niet voldoende veiligheid bieden, moet de inzet van een interventie besproken worden in een MDO. Betrokken disciplines zijn bijvoorbeeld een cliënt, echtgenoot, huisarts en wijkverpleegkundige. In dit overleg kan besproken worden of de interventie onvermijdelijk is en of de cliënt akkoord gaat met de inzet ervan. Als hulpmiddel kan het Wzd-stappenplan worden gebruikt. Middels het stappenplan kan worden gecheckt of er op juiste wijze gehandeld is.
Vastleggen in het elektronisch cliëntendossier: als de cliëntvertegenwoordiging en betrokken disciplines akkoord zijn met de inzet van de onvrijwillige interventie, dient dit vastgelegd te worden in het dossier van de cliënt. Hierin moet een beschrijving van de onvrijwillige interventie worden opgenomen en moet worden opgenomen dat de mantelzorger/clientvertegenwoordiger akkoord zijn. Evaluaties plannen zoals beschreven in het WZD stappenplan.
Bronnen
32. Vilans. Alternatievenbundel: inspiratie voor vrijwillige en passende zorg. [Internet]. Beschikbaar via https://www.vilans.nl/vilans/media/documents/producten/alternatievenbundel.pdf. [Ingezien op 6 januari 2022].
33. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Onvrijwillige zorg in de Wzd. [Internet]. Beschikbaar via https://www.dwangindezorg.nl/wzd/onvrijwillige-zorg. [Ingezien op 6 januari 2022].
34. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Wet zorg en dwang. [Internet]. Beschikbaar via https://www.dwangindezorg.nl/wzd. [Ingezien op 6 januari 2022].
35. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Stappenplan wet zorg en dwang. [Internet]. Beschikbaar via https://www.dwangindezorg.nl/documenten/publicaties/implementatie/wzd/diversen/herzien-stappenplan-wet-zorg-en-dwang. [Ingezien op 6 januari 2022].