3. Inzet wijkverpleging
Praktische tips en handvatten
Als wijkverpleegkundige kan je in situaties terecht komen waarin het lastig is om te bepalen op welke wijze je kan omgaan met de persoon met dementie en hoe je de zorg op juiste wijze kan geven. Onderstaand enkele handvatten die kunnen helpen om met (personen met) dementie om te gaan:
Leef je in: afwijkend gedrag van de persoon met dementie heeft vrijwel altijd een oorzaak; mensen begrijpen alledaagse gebeurtenissen bijvoorbeeld niet meer of interpreteren zaken anders dan bedoeld. Wanneer je dit kan achterhalen, begrijp je ook de oorzaak van het soms afwijkende gedrag. Het is dan belangrijk om samen met de persoon met dementie deze oorzaak proberen weg te nemen. Als dit lukt zal dit duidelijkheid, overzicht en rust geven aan de persoon met dementie en kan je als wijkverpleegkundige gerichte zorg en ondersteuning bieden.
Sluit aan bij de wensen en behoeften: mensen met dementie kunnen hele andere behoeften hebben dan van tevoren soms wordt ingeschat. Wanneer er niet naar de behoeften wordt geluisterd, kan dit tot onbegrip en onrust leiden. Het is dus belangrijk om met de persoon met dementie te bespreken waar diegene behoefte aan heeft en op basis daarvan je zorg af te stemmen.
Neem niet onnodig handelingen over: zelfredzaamheid is altijd belangrijk in de zorgverlening, maar zeker bij mensen met dementie. Wanneer zij bepaalde handelingen niet zelf meer uitvoeren, vergeten zij hoe ze dit moeten doen en is het vaak erg moeilijk om weer aan te leren. Wanneer een persoon met dementie niet goed meer weet hoe een handeling uit te voeren, kan het helpen om deze voor te doen. De persoon met dementie kan dit dan nadoen en is dan soms toch in staat de handeling zelfstandig uit te voeren. Er zijn diverse hulpmiddelen om het leven van de persoon met dementie te vergemakkelijken. Denk hierbij aan een dementieklok en een makkelijke agenda. Raadpleeg de thuisleefgids voor meer hulpmiddelen. Ook een ergotherapeut kan meedenken in wat past bij de cliënt.
Voorkom corrigeren en testen: als de persoon met dementie iets zegt dat niet klopt, verbeter dit dan niet, maar laat de persoon in zijn waarde. Corrigeren is vaak goed bedoeld, maar kan het zelfvertrouwen en de eigenwaarde van de persoon met dementie schaden. Ook is het belangrijk om geen 'testende' vragen te stellen als 'Wat heeft u gisteren gegeten?' of 'Welke collega was gisteren bij u?'. Deze vragen kunnen confronterend zijn en hebben negatief effect op de eigenwaarde en het zelfvertrouwen van de persoon met dementie.
Integraal zorgplan
In het zorgplan staat centraal hoe een persoon met dementie zijn of haar zorg wenst in te richten. Deze periode thuis, met alle twijfels, problemen, veranderingen en dilemma’s van mantelzorgers, neemt vaak langere tijd in beslag dan de periode in het verpleeghuis. De wijkverpleging draagt bij aan het zolang mogelijk thuis blijven wonen van de persoon met dementie en helpt voorkomen dat mantelzorgers overbelast raken.
De wijkverpleegkundige stelt het zorgplan op aan de hand van de verpleegproblemen volgens het classificatiesysteem binnen de organisatie waarin de wijkverpleegkundige werkt. Vanuit de zorgstandaard dementie is verdiepende informatie beschreven over het integraal zorgplan. Het is hierbij van belang bij het maken van het integrale zorgplan rekening te houden met verschillende domeinen (bv. somatisch, functioneel, maatschappelijk, psychisch en communicatief) en met de doelen en acties van de verschillende disciplines (multidisciplinair).
Zie het voorbeeld zorgplan dementie van Omaha System Support. Dit plan kan als hulpmiddel gebruikt worden bij het assessment en bij de uitvoering van de zorg. Met dit plan kan een plan op maat gemaakt worden voor een individuele cliënt. Daarnaast is er ook een oefen-zorgplan ter beschikking gesteld om te oefenen met het maken van een zorgplan aan de hand van de Omaha systematiek.
Het Levenspad Dementie, geschreven door DementieTwente, is tevens een praktisch en bruikbaar document. Dit document bevat informatie over het ziektebeeld dementie voor zowel cliënt en mantelzorger, als zorgprofessional.
Integrale samenwerking
Speerpunten bij integrale samenwerking zijn bevordering van zelfregie, het behoud van mogelijkheden en het vertragen van cognitieve en/of fysieke achteruitgang en functieverlies, met een optimale afstemming tussen de betrokken disciplines. De inzichten en werkwijzen van de verschillende zorgverleners dienen geïntegreerd te worden zodat een multidisciplinaire aanpak ontstaat waarbij behandelstrategieën of werkaanpakken elkaar niet overlappen of doorkruisen. Een MDO (multidisciplinair overleg) kan hieraan bijdragen. In de dagelijkse zorg worden - afhankelijk van de individuele behoeften, stemming, voorkeuren en mogelijkheden - elementen uit de verschillende psychosociale en paramedische methoden gecombineerd.
Bij de inzet van een professional kies je voor een expertise in de geriatrie / dementie en maak je vooraf een inschatting of een professional qua persoonlijkheid aansluit bij de persoon met dementie. Het is dus van belang de sociale kaart goed in beeld te hebben. Zorg voor Beter geeft hiervoor meerdere tips en biedt een invuldocument gericht op dementie.
Casemanager dementie informeert, begeleidt, denkt mee, adviseert en regelt zorg. De casemanager helpt om te gaan met de ziekte en met de gevolgen ervan in het dagelijks leven. Regio's en zorgaanbieders hebben deze professional op verschillende manieren ingebed binnen het zorgnetwerk.
Ergotherapeut helpt de persoon met dementie en diens mantelzorger bij het kunnen uitvoeren van betekenisvolle activiteiten die een probleem zijn in en om huis.
Fysiotherapeut helpt de persoon met dementie bij moeite met bewegen of pijn. Draagt bij aan behoud / verbetering van conditie.
Logopedist kan ingezet worden bij spraak- en/of taalproblemen, kauwproblemen, slikproblemen of afweergedrag bij eten en drinken.
Diëtist ondersteunt bij het behoud van goede voeding en het voorkomen of verhelpen van voedingsproblemen.
Dagbesteding contacten met anderen, hobby’s en een fijne invulling van de dag zijn belangrijk. De invulling van de dag sluit aan op wat iemand nog kan en wil. Het geeft regelmaat en steun en neemt ook de mantelzorger zorg uit handen, zodat deze tijd heeft om even bij te komen of om zelf iets te gaan doen. Voor beide is het goed als de persoon met dementie zo actief mogelijk blijft.
Huishoudelijke hulp ondersteunt als de persoon met dementie niet meer in staat is om het huis te onderhouden of om de mantelzorgverlener te ontlasten. De huishoudelijke hulp heeft een goede signalerende functie. Laagdrempelig contact met de huishoudelijk hulp kan bijdragen aan het monitoren van de situatie.
Creatieve therapie / muziektherapie / psychomotorische therapie kan worden ingezet om een persoon met dementie te stimuleren, te helpen ontspannen, of onrust en angst te verminderen. Dit ondersteunt vooral als de therapie is afgestemd op de voorkeuren van de persoon met dementie.
Welzijnsorganisaties kunnen ingezet worden om bijvoorbeeld eenzaamheid te verminderen door middel van het maatjesproject en/of inzet vrijwilligers.
Daarnaast kunnen hulpmiddelen goed ondersteunen bij de zorg.
Samenwerken met het sociale netwerk
Met een goed geïnformeerd en ondersteund netwerk kunnen mensen met dementie zoveel mogelijk het gewone leven blijven leven. Verzorgenden, casemanagers, huishoudelijk medewerkers en huisartsen hebben niet alleen informatie over het verloop van de ziekte, zij hebben vooral ook antwoorden te geven op wat dementie in het dagelijks leven betekent. Dat is niet iets wat toegevoegd wordt aan de medische en ADL zorg, maar wat de kern vormt van dementie zorg. Samen met het sociale netwerk kan gezocht worden naar passende manieren van ondersteuning en zingeving binnen de eigen leefwereld van de persoon met dementie. De wijkverpleegkundige en casemanager hebben een belangrijke rol in uitleg en ondersteuning met betrekking tot omgaan met veranderingen en benaderingswijze. Als wijkverpleegkundige is het dan ook belangrijk om het sociale netwerk van de persoon met dementie in kaart te brengen. Bij het sociale netwerk kan gedacht worden aan de evt. echtgenoot, verdere familie, buren, vrienden en kennissen, leden uit de kerkelijke gemeente etc. van de persoon met dementie.
De mantelzorgbelasting in de gaten houden is van belang om te voorkomen dat de mantelzorger overbelast raakt. Hier vind je meer informatie: mantelzorgbelasting.
In het Zorgpad Mantelzorg is meer informatie over dit onderwerp te vinden, waaronder tools om het netwerk in kaart te brengen.
Verloop
Het verloop van de ziekte is bij iedereen anders, mede beïnvloed door aanwezigheid van andere ziekten en/of problemen (multimorbiditeit). Sommige mensen met dementie gaan heel snel achteruit, zowel lichamelijk als geestelijk. Anderen kunnen na de diagnose nog een hele tijd een redelijk normaal leven leiden. Het signaleren van achteruitgang op de verschillende domeinen is een belangrijke taak van de wijkverpleging. Door tijdig te signaleren kunnen de juiste interventies ingezet worden om de kwaliteit van leven zo goed mogelijk te houden. Denk hierbij aan vallen, ondervoeding en pijn maar ook aan probleemgedrag en delier. Uiteindelijk raakt iemand door de gevolgen van dementie verzwakt en sterft door een ziekte of infectie (bijvoorbeeld longontsteking) of doordat het slikken niet meer lukt.
Behandeling
De behandeling van dementie is gericht op het verlichten van de symptomen en het verbeteren van de kwaliteit van leven. Niet medicamenteuze interventies zijn hebben hier een groot aandeel in. Een gezonde leefstijl geeft het leven meer kwaliteit. Het is belangrijk dat mensen met dementie en hun naasten te adviseren zo lang mogelijk lichamelijke en geestelijke activiteit te bevorderen. Denk hierbij aan:
Voeding: regelmatig en gevarieerd eten, maaltijden verdelen over de dag en voldoende te drinken. Voor meer informatie, zie de adviezen van het voedingscentrum.
Stoppen met roken en wees matig met alcohol.
Bewegen: probeer elke dag naar buiten te gaan voor beweging en dagelijkse activiteiten te blijven uitvoeren (boodschappen, bed opmaken). Stimuleer fietsen en/of wandelen zolang het mogelijk is.
Activiteiten: stimuleer deelname aan (sociale) activiteiten en breng structuur aan in de dag en week.
Slaap/rust: naast activiteit en beweging is het van belang voldoende ruimte voor rust te bewaren. Indien er slaapproblemen ontstaan, bespreek deze met de huisarts.
Educatie en voorlichting heeft een groot aandeel in de betrokkenheid van de wijkverpleging en casemanager. Een hulpmiddel dat hierbij helpend kan zijn, zijn de Educatiekaarten Dementie. Daarnaast worden in veel regio's workshops en of scholingen gehouden voor mensen met dementie en hun mantelzorgers, raadpleeg hiervoor de lokale welzijnsorganisaties.
Verdiepingstip
´Ergotherapie bij ouderen met dementie en hun mantelzorgers’ (EDOMAH; Graff et al., 2010).
Bronnen
1. Dementiezorg voor elkaar. Zorgstandaard dementie. [Internet]. Beschikbaar via https://zorgstandaarddementie.nl/portfolio- items/proactieve-zorgplanning/ [Ingezien op 29 december 2021].
Pagina:
Integrale netwerkkaart dementie
5. Zorg voor Beter. Dementie. [Internet]. Beschikbaar via https://www.zorgvoorbeter.nl/dementie/laatste-levensfase. [Ingezien op 29 december 2021].
17. Meetinstrumenten zorg. Care Giver Strain index. [Internet]. Beschikbaar via https://meetinstrumentenzorg.nl/wp- content/uploads/instrumenten/CSI-meetinstr-.pdf. [Ingezien op 29 december 2021].
18. Zorg voor Beter. Mondzorg bij dementie. [Internet]. Beschikbaar via https://www.zorgvoorbeter.nl/dementie/zorg/mondzorg. [Ingezien op 29 december 2021].
19. Eerstelijns zorgnetwerken voor ouderen: feiten en verhalen [Internet]. Beschikbaar via https://www.dementienet.com/media/1331/dementienet_21x21_drukwerkdeal_v11_afloop-online-def.pdf
36. Alzheimer Nederland. Wat is dementie? [Internet]. Beschikbaar via https://www.alzheimer-nederland.nl/dementie. [Ingezien op 23 september 2024].
37. Alzheimer centrum Amsterdam. Leefstijl. [Internet]. Beschikbaar via https://www.alzheimercentrum.nl/dementie/praktische-informatie/leefstijl/. [Ingezien op 23 september 2024].