2. Diagnostiek

Diagnose

Dementie is een complexe diagnose. Het is dan ook belangrijk dat het diagnostisch proces nauwkeurig verloopt. Wanneer signalen uit de niet-pluis-fase zijn besproken met de cliënt, kan de wijkverpleegkundige de huisarts betrekken/inlichten. In samenspraak met cliënt en naasten kan al dan niet overgegaan worden op diagnosestelling. Voor diagnosestelling maakt de huisarts gebruik van een huisartsen-richtlijn (NHG standaard dementie).

Criteria voor de diagnose dementie
Een arts kan een diagnose dementie stellen wanneer er bij een cliënt sprake is van cognitieve of gedragsmatige symptomen die:

  1. het dagelijks functioneren beïnvloeden

  2. duidelijk toegenomen zijn ten opzichte van eerder niveau van functioneren

  3. niet verklaard worden door een delier of depressie

  4. gediagnosticeerd zijn op basis van anamnese en heteroanamnese en geobjectiveerd (met MMSE en Kloktekentest of MOCA of RUDAS)

Daarnaast moet er sprake zijn van cognitieve beperkingen op minimaal 2 van de volgende domeinen:

  • vermogen om nieuwe informatie op te slaan en te onthouden

  • redeneren en uitvoeren complexe taken, inschattingsvermogen

  • visuospatiële functies (het zien en verwerken van ruimtelijke informatie)

  • taalfuncties

  • gedrag en persoonlijkheid


Afhankelijk van de complexiteit van een casus, kan de huisarts ervoor kiezen een client door te verwijzen naar de poli geriatrie van het regionale ziekenhuis. Wanneer diagnostiek in de thuissituatie de voorkeur heeft kan de huisarts een psycholoog of een specialist ouderengeneeskunde (S.O.) betrekken voor een uitgebreidere analyse. Specialisten Ouderengeneeskunde (S.O.) werken in toenemende mate in de eerstelijn. Het is goed om als wijkverpleegkundige te weten welke S.O. werkzaam is de regio.

Na de diagnose

De professional die de diagnose stelt is verantwoordelijk om de client en zijn naasten voorlichting te geven over de diagnose en vervolgstappen (het diagnosegesprek). Een casemanager dementie kan betrokken worden, voor trajectbegeleiding en ondersteuning aan de client en zijn naasten. In sommige regio’s kan de wijkverpleegkundige met aantekening dementie de rol als casemanager dementie op zich nemen. De casemanager dementie blijft betrokken, ook wanneer er meer zorg ingezet wordt (bijv. ADL-zorg, huishoudelijke zorg).


De pagina Het ziektebeeld dementie beschrijft specifieke informatie over mensen met een migratieachtergrond en jonge mensen met dementie.

Bronnen

11. UMC Utrecht. Dementie. [internet]. Beschikbaar via https://www.umcutrecht.nl/nl/ziekenhuis/ziekte/dementie. [ Ingezien op 29 december 2021].

12. Dementie.nl. Diagnose dementie door de huisarts. [Internet]. Beschikbaar via https://www.dementie.nl/diagnose/diagnose-dementie- door-huisarts. [ingezien op 29 december 2021].

13. Alzheimer Nederland. Diagnose dementie vaststellen. [Internet]. Beschikbaar via https://www.alzheimer- nederland.nl/dementie/diagnose-en-behandeling/diagnose#. [Ingezien op 29 december 2021].

14. Dementie Twente. Levenspad dementie. [Internet]. Beschikbaar via https://dementietwente.nl/wp- content/uploads/2021/05/2021_Dementie_Twente_-Levenspad.pdf. [Ingezien op 29 december 2021].

15. Nederlands Huisartsen Genootschap. Richtlijn dementie. [Internet]. Beschikbaar via https://richtlijnen.nhg.org/standaarden/dementie#volledige-tekst-stap-1-signaleren. [Ingezien op 29 december 2021].

16. Vilans. Zorgstandaard dementie 2020. [Internet]. Beschikbaar via https://www.vilans.nl/vilans/media/documents/producten/zorgstandaard-dementie.pdf. [Ingezien op 29 december 2021].